Motivatie en oplossingsgerichte therapie
08/03/2012
In het oplossingsgericht werken past de therapeut zich op drie manieren aan:
- de therapeut past zich aan de doelen of richting van de cliënt aan
-
de therapeut kiest de rol die de cliënt deze graag ziet,
én -
de therapeut past de methode van behandeling aan de cliënt aan.
Als de cliënt bijvoorbeeld vaag blijft in het stellen van doelen, dan geeft therapeut hem juist een vage, open opdracht. Je zult zien dat de cliënt dan wel in staat blijkt een concreet antwoord te geven.
In oplossingsgerichte therapie onderscheiden we drie typen cliëntrelaties:
-
Klant-relatie:
De cliënt ziet zichzelf als deel van de oplossing. Hij is bereid iets aan het probleem te doen. Ook staat de cliënt open voor oplossingsgerichte suggesties. Hij realiseert zich dat alleen hij zich in spant, hij iets kan bereiken. In de oplossingsgerichte therapie noem je zo iemand een klant.
Hij voelt zich verantwoordelijk voor het succes van de therapie. Geef dit type cliënt een ‘Doe-huiswerkopdracht’, bijvoorbeeld: “Speel een dagdeel dat je op een schaal van 0 tot 10 een 7 vrolijk bent. Kijk wat voor een verschil dat maakt”.
-
Klaag-relatie:
Dit type cliënt beschrijft zijn probleem uitgebreid; hij ziet zichzelf als slachtoffer of patiënt. De oplossing moet niet van hem komen, vindt hij, maar van anderen. Op de Outcome Rating Scale scoort dit type cliënt meestal onder de 25.
Dit type cliënten noemen we ‘klagers’. Ze zoeken de oplossing voor hun probleem buiten zichzelf. In de oplossinggerichte therapie geef je dit type cliënt een ‘Let-op opdracht’. Je zegt bijvoorbeeld tegen hem: “Let op wat er tussen nu en volgende keer niet mag veranderen”.
-
Visitor-relatie:
Dit type cliënt vindt dat hij geen probleem heeft of dat er geen probleem is. Vaak is hij door een bekende of zijn werkgever naar de oplossingsgerichte therapeut of coach gestuurd. Zelf kan hij geen doel te benoemen om aan te werken. Op de ORS scoort dit type cliënt boven 25.
Belangrijk is tijdens de gesprekken goed in contact te blijven en een positieve oplossingsgerichte werkrelatie op te bouwen. Steeds blijf je letten op mogelijke (kleine, toekomstige) doelen.